Liturgie kerkdienst

De liturgie van een kerkdienst

De liturgie is de opbouw van een kerkdienst. In de kerk staan op borden de psalmen en gezangen die tijdens de kerkdienst worden gezongen. Op de borden staan de Bijbelgedeelten (afgekort) die aan de orde komen. Deze worden uitgelegd tijdens de preek, die de dominee heeft voorbereid. De kerkdienst verloopt volgens deze volgorde:

  1. Als je binnenkomt speelt het orgel.
  2. Wanneer de kerkdienst begint, stopt het orgel met spelen.
  3. Het bestuur van de kerk (de kerkenraad) komt dan de kerk binnen. In onze gemeente dragen zij een zwart pak.
  4. Stil gebed: Een ouderling uit de kerkenraad geeft met een handdruk de leiding aan de dominee. Daarna is er even tijd voor een stil gebed. Sommige mannen gaan dan staan. Tijdens het gebed sluiten wij onze ogen en vouwen we onze handen. Dit doen wij om ons beter op God te kunnen richten en om ermee te laten zien dat we afhankelijk zijn van Hem.
  5. Vaak zijn er dan eerst wat mededelingen.
  6. Daarna volgt de groet: De dominee spreekt een gebed om Gods hulp (votum) uit en brengt daarna een belofte over van Gods aanwezigheid in de verdere kerkdienst (groet).
  7. Daarna wordt de eerste psalm gezongen.
  8. Wet: In de morgendienst worden de 10 geboden (‘Wet des Heeren’) voorgelezen (uit Bijbelboek Exodus 20).
  9. Schriftlezing: Dee Bijbelgedeelten worden voorgelezen uit de Statenvertaling.
  10. Belijdenis: In de middagdienst wordt de geloofsbelijdenis uitgesproken. Dit getuigenis is opgesteld door de christenen uit de eerste eeuwen om in het kort te vertellen wat we geloven.
  11. Voorbede: De dominee spreekt tot de Heere God en de kerkgangers bidden mee voor de preek, de wereld, zieken, enz.
  12. Collecte: Drie keer wordt een collectezak doorgegeven (‘dienst der offeranden’), meestal bestemd voor de diaconie (zorg voor hulpbehoevenden), (plaatselijke) kerk, de (landelijke) kerk (‘kerkelijke kassen’) en voor de nieuwe huisvesting van onze gemeente. De collecte is vrijblijvend: iedereen geeft zoveel hij wil.
  13. Preek: (‘bediening van het Woord’) – Hierin wordt een tekst uit de Bijbel uitgelegd en toegepast op ons leven. Dit is het middelpunt van de kerkdienst.
  14. Dankgebed: De Heere God wordt gedankt voor de kerkdienst en gevraagd met een ieder mee te gaan in zijn of haar leven..
  15. Zegen: Na het zingen van de laatste psalm gaat iedereen staan. Daarna volgt de zegen die de dominee namens de Heere God oplegt. Dit is de belofte dat Hij ieder nabij wil zijn en vrede wil geven.
  16. Met een handdruk geeft de dominee de leiding weer terug aan de ouderling; de kerkenraad verlaat met de dominee als eerste de kerk.
  17. Daarna gaat het orgel weer spelen en verlaten de bezoekers de kerk. Buiten de kerk wordt nog wat nagepraat.