Zo werd Zijn Naam genaamd Jezus (Lukas 2 : 21)
Geliefden!
Het is een grote zaak deze Naam te leren kennen met alles wat in deze Naam ligt opgesloten. Als de zonden ons niet plagen of kwellen, dan laat deze Naam, deze schone en heerlijke Naam Jezus ons koud en onverschillig. Maar wanneer de Heere ons de ogen opent voor onze ware, diep rampzalige toestand, als de zonden ons plagen en tot een grote last zijn geworden, als wij zo gaarne heilig zouden zijn en niet heilig kunnen worden, als wij, o zo gaarne in de gerechtigheid Gods zouden wandelen, maar niet weten hoe dat klaar te krijgen, o dan wordt deze Naam ons een heerlijke, kostelijke balsem ter zalving en genezing voor onze verslagen en verwonde harten.
O, het is niet zulk een gemakkelijke zaak deze Naam te leren kennen. Zo wij geen eerbied koesteren voor ’s Heeren wet en menen die straffeloos te kunnen overtreden, dan verstaan wij niets van deze Naam, want voordat wij die leren begrijpen en er waarachtig troost uit leren scheppen, moeten wij door Gods genade en ontferming, door Zijn Heilige Geest, diep verootmoedigd en ter aarde geworpen zijn.
Hoe lang zou ik kunnen preken om u de dierbaarheid van deze Naam voor te houden, maar wat verstaan wij ervan in onze aangeboren blindheid, met ons natuurlijk, vleselijk verstand? Dat is zeker, dat deze Naam alles ternederwerpt, alle hoogten en machten, die men bedenken kan in de hemel, op de aarde of in de hel. Alle heerschappijen, alle duivelen, alle grote beroemde mannen in de geschiedenis of in de menselijke samenleving, zinken bij deze ene Naam in het stof. Al deze namen kunnen ons niet helpen, want als de wet u veroordeelt en u in uw binnenste de pijlen van Gods toorn voelt branden, dan is er onder de hemel geen naam te vinden, waardoor u zou kunnen zalig worden, dan alleen deze ene Naam: Jezus. Maar zoals ik reeds zei: het is alleen door genade van de Heilige Geest, dat uw naam geheel en al te schande wordt in uw eigen ogen en u het leert verstaan dat in u, dat is in uw vlees niets goed woont. Eerst dan zal de Naam Jezus u hoog en heerlijk worden.
Dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875)
Uit: Schriftverklaringen, deel 11.