Meditatie

Gebedsgeweld

“En van de dagen van Johannes de Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan en de geweldigers nemen hetzelve met geweld” (Matthéüs 11 : 12).

Zalig worden is ten diepste alleen genade. Daar komt niets van de mens bij. Dat is uiteindelijk alleen maar vrije gunst die eeuwig God bewoog. Trouwens, juist daarom is zalig worden ook zo’ n eeuwig, onbegrijpelijk wonder. Juist daarom ligt die zaligheid voor heel Gods Kerk ook zo eeuwig onveranderlijk vast. Het is een werk van Gods eenzijdige, vrije en soevereine genade alleen, zonder dat er ook maar iets van de mens zelf bij of aan te pas komt. Is dat ook reeds het wonder en de troost der verkiezing geworden in uw eigen leven? Ook al sluit dat alles dan de eigen verantwoordelijkheid en de werkzaamheid van de mens zelf niet uit, maar juist in. Dat laat de Bijbel ons op meer dan één plaats toch inderdaad ook overduidelijk zien.

Neem nu bijvoorbeeld de tekst die u hierboven geschreven ziet. Het gaat in die tekst over het Koninkrijk der hemelen. Over dat Koninkrijk van Gods genade, heil en zaligheid, dat zich met name sinds het optreden van Johannes de Doper op een bijzonder krachtige wijze is gaan openbaren en baanbrekend is in deze wereld. Namelijk in en door Christus Zelf en Zijn komst en werk hier op deze aarde. Natuurlijk, in de oude bedeling was dat Koninkrijk der hemelen er ook al wel. Toen waren er ook al echte kinderen Gods en toen kwamen de krachten van dat Koninkrijk ook al meer dan eens duidelijk en heerlijk tot openbaring. Maar dat neemt niet weg dat die krachten van dat Koninkrijk zich inderdaad met name sinds het optreden van Johannes de Doper, dus in de nieuwe bedeling, op een heel bijzondere wijze zijn gaan openbaren in deze wereld. Het is zelfs net alsof toen die krachten pas goed losgekomen zijn. Namelijk (nogmaals met nadruk gezegd) in en door Christus Zelf, door Johannes met eigen ogen gezien en als het ware met de vinger aangewezen als het grote Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt.

Met goddelijk genadegeweld breekt dat Koninkrijk der hemelen zich nu (vooral na Pinksteren) baan van het ene land en volk naar het andere land en volk en van het ene hart en leven ook naar het andere hart en leven. Ook nu vandaag in onze tijd en wereld nog, want die stroom uit de tempel wordt ook nu nog al breder en dieper en langer en die ruiter op het witte paard gaat ook nu nog steeds voort, overwinnende en opdat Hij overwint. En dat zal zo door blijven gaan ook, alle eeuwen door, totdat straks dat Koninkrijk der hemelen zelfs ook de hele aarde voor eeuwig vervullen zal en zelfs de bergen vrede zullen dragen en de heuvels heilig recht.

De krachten van dat Koninkrijk der hemelen zijn door niets en niemand, zijn zelfs door de satan zelf en heel zijn hellemacht, niet te stuiten. Dat is trouwens ook in het persoonlijk hart en leven van Gods kinderen zo. Hoe dat werk van Gods genade ook in hun eigen hart en leven nog bestreden en aangevochten kan worden en wat er desnoods allemaal ook nog tegenin kan komen (en dat kan heel wat zijn, zowel van buitenaf alsook en niet minder zelfs, van binnenuit), maar waar de HEERE één keer begonnen is, daar zal Hij het ook voleindigen. Daar zit goddelijke en verkiezende genadekracht achter en ook wat dat betreft zijn de krachten van het Koninkrijk der hemelen inderdaad niet te stuiten. O, wat een troost, wat een bemoediging, menigmaal ook in het strijdperk van het leven!

Bent u reeds een onderdaan van dat heerlijke Koninkrijk? U zegt: ‘Maar hoe gaat dat dan en hoe word je dat dan?’ ‘Welnu,’ zegt Christus hier als het ware Zelf, ‘ook met geweld’. Het Koninkrijk der hemelen komt met geweld, ja, maar het wordt ook genomen, men wordt er ook een onderdaan van, met geweld. Enerzijds geldt ‘niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden,’ maar anderzijds niet minder ook ‘en de geweldigers nemen hetzelve met geweld’. Neen, dat betekent niet dat we het dus uiteindelijk toch zelf kunnen en moeten doen. Hoe zou een dode zondaar, hoe zou een onderdaan van satan en zijn rijk van nature, nu ooit in eigen kracht het Koninkrijk der hemelen kunnen ‘nemen’? Dat is ten enenmale onmogelijk! Daar moet de HEERE Zelf met de onwederstandelijke kracht van Zijn Geest en genade aan te pas komen.

Alleen, hier ligt wel een zeer ernstige waarschuwing tegen alle valse lijdelijkheid en een dringend appel op onze enorme verantwoordelijkheid. We mogen het niet lijdelijk af gaan wachten, maar we hebben het Koninkrijk der hemelen zelfs te bestormen met geweld. Met gebedsgeweld namelijk. Met het geweld van de gebogen knieën en de gevouwen handen! Met het geweld van het biddende hart, dat het zelf niet kan, maar juist in die weg meer en meer en ook alleen van de HEERE leert verwachten! ‘Want zie, hij bidt.’ Kent u reeds dat geweld doen op het Koninkrijk der hemelen? De geweldigers nemen hetzelve met geweld! Om het dan juist te gaan verstaan: ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.’ Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht.’

Ds. G. Bouw (1936-2012)